‘Symptomatische sacrale Tarlov-cysten’ is een wereldwijd slecht gekende aandoening. Tot voor kort dachten artsen dat zo’n cysten een alledaagse bevinding zijn en dat ze zelden en alleen als ze heel groot zijn pijn of neurologische problemen veroorzaken.
Verhoogde druk binnenin de zenuwwortel doet de isolatielaag uitzetten
Maar het klopt niet dat Tarlov-cysten groot moeten zijn om tegen de zenuw te drukken. De Tarlov-cyste is zelf een verbrede zenuwwortel en ontstaat door een verhoogde druk binnenin de zenuwwortel zelf. De druk op de zenuwvezels komt dus niet van buitenaf maar van binnenuit. De grootte van de cyste is dus niet belangrijk: zelfs kleine cysten kunnen pijn en neurologische problemen veroorzaken.
Verhoogde druk veroorzaakt pijn
Door een gestoorde cerebrospinale drukregeling kan de druk in het ruggenmergkanaal oplopen en kan ruggenmergvocht in de zenuwen worden geperst. De verhoogde druk in deze zenuwwortels creëert irritatie van de inliggende zenuwvezeltjes en dit veroorzaakt pijn en tintelingen, voosheid en/of een slapend gevoel.
De isolatielaag rond de zenuw kan vervolgens beginnen uitzetten op een plaats waar ze het zwakst is. Dit gebeurt vooral in het heiligbeen, waar de druk het hoogst is omdat we rechtop lopen en veel zitten. Maar niet alleen daar, ook in de lage rug, de bovenrug, de nek en ter hoogte van de hersenzenuwen. Deze verhoogde druk veroorzaakt bijgevolg over het hele ruggenmergkanaal pijnklachten die uitstralen naar het bekken, de benen, de voeten, de romp, de nek, de armen, het gelaat en de hals.
TC met klepsysteem
In sommige gevallen kan het vocht gevangen geraken tussen twee lagen van de zenuwwortelschede. Bij sommige cysten ontstaat er daardoor een klepsysteem. Door de verhoogde druk in het ruggenmergkanaal kan er dan enkel nog ruggenmergvocht er wel nog vocht in, maar nauwelijks uit de cyste. Hierdoor loopt de druk op en kan de cyste beginnen te groeien. In de wetenschappelijke literatuur worden deze grote en opvallende cysten beschreven, omdat deze zeldzame cysten soms aanleiding geven tot verlammingsverschijnselen. Hierdoor blijven wortelschedeverbredingen en kleine symptomatische Tarlov-cysten jammer genoeg miskend. De grootste cysten bevinden zich meestal ter hoogte van het heiligbeen. De kleinere cysten bevinden zich vaak in de rug en in de (lage) nek. De meeste patiënten hebben verschillende cysten.
Het is niet wetenschappelijk onderbouwd dat zenuwwortelverbredingen en Tarlov-cysten toevalligheden zijn op een NMR/MRI. Dit werd nog nooit in vraag gesteld en is dus nooit wetenschappelijk onderzocht.
Geen zeldzame aandoening
Ongeveer 5 % van de bevolking zou Tarlov-cysten hebben. 86 % van de patiënten met symptomatische TC zijn vrouwen. Op het moment van hun ontdekking zou al een vierde (waarschijnlijk meer) symptomatisch zijn en dus klachten veroorzaken. Bovendien zullen nog een aantal in de loop van het leven symptomatisch worden. Tarlov-cysten zijn dus helemaal niet zo zeldzaam als werd gedacht. Er is een belangrijke genetische factor, want een hoog percentage van de patiënten heeft een naaste familielid met gelijkaardige klachten.
Omdat de eerste symptomen enkel pijn, tinteling, voosheid en/of een slapend gevoel zijn en dit niet te meten is, wordt de diagnose vaak niet of erg laat gesteld. Vaak denkt men dat niet de cysten, maar de artrosetekens die zichtbaar zijn op de NMR/MRI, een verminderde fysieke conditie en/of psychologische factoren verantwoordelijk zijn voor de pijn.